Via het trapje met de smeedijzeren leuning komt u in de salon van de laatste bewoners van Tromp’s Huys, de heer en mevrouw Akersloot-Berg.
Zoals u kunt zien op de oude foto’s (op de tafel) is de salon nog steeds zo ingericht als het destijds was.
Betzy Berg werd in 1850 geboren in Aurskog, in de buurt van Oslo. Nadat ze haar opleiding had voltooid, werkte ze een periode als verpleegster en evangeliste onder de Lappen (Sami). Haar verblijf in het noorden zal ongeveer een jaar of vijf hebben geduurd, een zeer lange periode voor een niet-Samische vrouw onder zeer eenvoudige en ruwe levensomstandigheden.
In de nis (links) van de salon ziet u een aantal items uit deze periode, zoals;
Links hangt een wandelstok met een inscriptie in Oud-Samisch. De naam van vervaardiger Josef Hendriksen Buljo, staat in het been, de overige tekst in het hout zelf gegraveerd.
Een Samische rugzak en overschoenen, beide gevlochten van berkenschors.
Langlaufski’s, Betzy vertelde op Vlieland dat zij ’s winters vaak alleen op ski’s van de ene Samische nederzetting naar de andere ging om te helpen waar dat nodig was.
Opvallend is de schoenlepel, uit rendiergewei gesneden en met een voorstelling van rendieren versierd.
Omstreeks 1875 keerde Betzy terug naar Oslo en besloot ze zich te wijden aan het schilderen. Ze volgde cursussen aan de kunstacademie in Oslo en ging in de leer bij de schilder Otto Sinding in München, waar ze kennis maakte met het werk van de Nederlandse schilder Hendrik Willem Mesdag. Ze verliet München en reisde naar Scheveningen om les te nemen bij Mesdag.
In Scheveningen ontmoette ze haar man Gooswinus Akersloot, met wie ze vanaf 1896 in dit huis op Vlieland woonde.
Op de schoorsteenmantel ziet u de portretten van het echtpaar op gevorderde leeftijd en een vergulde Franse klok uit het eind van de 18e eeuw. Ook twee beeldjes van Saksisch porselein sieren de mantel.
Franse klok
Saksich porselein
De mahoniehouten vitrinekast uit 1850 bevat verschillende voorwerpen van het echtpaar Akersloot-Berg. Betzy was een bijzondere vrouw, de attributen in de kast illustreren dat.
In de vitrinekast zijn te zien:
Een aantal foto’s van de vrouw des huizes, Betzy Akersloot-Berg. Op foto links ziet u de kunstenares in de hal van het huis, werkend aan een groot zeegezicht. Betzy en haar schilderskist rechts, de kist liet Betzy maken zodat ze in elk weertype beschermd kon werken op het strand en in de duinen.
Twee zilveren koektrommels, rond en rechthoekig, zijn in 1783 vervaardigd door zilversmid F. Manicus.
Het zilveren dienblad liet Betzy passend bij de koektrommels maken in Christiania (Kopenhagen), het wapen van Akersloot is hierin verwerkt.
De geëmailleerde beker werd in 1896 uitgedeeld aan genodigden bij de kroning van Tsaar Nicolaas II van Rusland. Dit geeft aan dat Betzy aanwezig is geweest bij deze kroning.
De zwart-wit portretten van de dame en heer, is het echtpaar Berg, de ouders van Betzy.
Op de prentbriefkaart Hotel Rauch in Scheveningen. Hendrik Willem Mesdag had hier een kamer aan de zeezijde, welke hij gebruikte als atelier. Ook Betzy heeft hier veel gezeten om de zee te kunnen bestuderen.
De eerste vrouw van Gooswinus Akersloot was de eigenaresse van het hotel. In 1893 trouwde Betzy met de inmiddels weduwnaar geworden Gooswinus.
Voor de ramen hangen gebrande en geschilderde glas-in-lood ruitjes, een aantal behoren toe aan het maritieme verleden van het eiland. Op de twee grote vensters, zowel links als rechts, siert het wapen van de familie Akersloot, een vis met drie eikels.
Tussen de ramen staat een staande Engelse klok van Richard Vick uit Londen. Het is een mahoniehouten klok uit de 18de eeuw.
De grote eikenhouten Hollandse Renaissancekast dateert uit het jaartal 1642, dit is te lezen op de laden onderin de kast, hier staat vermeld ANNO 1642. De kolommen zijn ingelegd met kleine stukjes ebbenhout.
Naast de grote kast staat een zo genaamde “rechte stoel” met bijhorend voetenbankje uit de 17de eeuw.