Vlieland 1850 – 1932
Op 4 maart 1850 wordt op Vlieland geboren Gerrit Bruijn, zoon van Cornelis Bruin (postmeester op het Posthuis). Als 15-jarige gaat hij naar zee, zoals zoveel Vlielander jongens en net als zijn broers Jacob en Willem.
Gerrit is waarschijnlijk tussen de vele reizen door in de winter naar de Zeevaartschool op Vlieland gegaan, maar hij heeft geen diploma gehaald. Toch mag hij op de leeftijd van 23 jaar derde stuurman worden op het fregat Jupiter. Op 24-jarige leeftijd gaat hij naar de Harlinger Zeevaartschool, ook daarvan heeft hij geen diploma. Werkervaring heeft hij des te meer!
Als lid – en later plaatselijk voorzitter – van de Reddingmaatschappij helpt Gerrit bij strandingen.
‘Diep in nood’
De broer van Gerrit, Jacob is in 1883 kapitein op de driemastschoener Louise. Tijdens een reis op de Oostzee vergaat het schip in een vliegende storm met man en muis.
Gerrit wil weten wat er was gebeurd en vertrekt tussen twee reizen door naar Danzig om informatie over zijn broer te verkrijgen. Hij komt thuis met flessenpost:
Louise, kapitein J. Bruin, op 23 Dezember Diep in nood in de bogt van Danzig. Groet mijn lieve vrouw en kinderen tot in de Ewigheid.
De brief is overhandigd aan de vrouw van Jacob Bruin op Vlieland en wordt sindsdien in de vrouwelijke lijn overgeërfd.
Reproductie van briefvan kapitein Jacob Bruijn
Adriana
In 1892 wordt Gerrit Bruijn kapitein op de Adriana, met dit schip zal hij tot 1908 blijven varen. Hij heeft dan al bijna 10 jaar ervaring als gezagvoerder op vijf verschillende schepen. Met de Adriana reist hij naar alle continenten, doet grote wereldsteden aan als New York, Buenos Aires, Londen en Batavia (nu: Jakarta).
De reizen die Bruijn maakt zijn soms erg lang, het komt regelmatig voor dat hij langer dan een jaar van huis is. Contact met het thuisfront onderhoudt hij met brieven. Helaas zijn van de correspondentie maar vijf brieven bewaard gebleven, brieven die hij schreef aan zijn jongste dochter Christina. Uit de brieven komt Bruijn naar voren als een liefhebbende vader, die zijn dochter de raad geeft “bij het schaatsen een goede mantel om te doen”.
Die vijf brieven en een schilderij van het fregat zijn op 6 januari 2017, exact 125 jaar na de tewaterlating van de romp van de Adriana, door de erven T.F.J. (Ton) Pronker geschonken aan Museum Tromp’s Huys.